Posts

Ook chique oude dames kunnen rondspoken, nietwaar Lady Mary?

Afbeelding
De laatste jaren uit het leven van lady Mary zijn heel genoeglijk. Ze woont heel comfortabel in een knusse cottage, omringd door zorgzame bedienden en een lief petekind. Hoe oud ze ook is, echte kwalen heeft ze niet, ze is een beetje langzamer en ze heeft een leesbril nodig, maar dat is het dan ook. De dagen glijden aangenaam voorbij en lady Mary kan zich eigenlijk niet voorstellen dat ze ooit zal sterven. Een testament maken stelt ze dan ook steeds weer uit, en als ze dan toch iets op papier zet, verstopt ze dit documentje vlug, opdat anderen er niet vanaf zouden weten. Want ja, de eigen sterfelijkheid erkennen, dat doet Lady Mary natuurlijk niet. Maar dan steekt er, geheel onverwacht, een iets te gure windvlaag op, en lady Mary vat kou. Het einde komt snel en zacht, zo zacht dat de oude dame aanvankelijk niet eens doorheeft dat ze eigenlijk gestorven is. Maar nadat ze enkele oude aanbidders heeft ontmoet, van wie ze zeker weet dat ze al lang zijn heengegaan, beseft Mary dat het waar

Carmilla, of waar Bram de mosterd haalde

Afbeelding
 "Mijn moeder leest een lesbische vampirenroman", welke puber kan dat nu zeggen? De mijne kon dat met recht en reden beweren, want het was gewoon waar. En dat kwam zo. Vorige week las ik namelijk Dracula van Bram Stoker, en kwam ik erachter dat Bram niet de allereerste was die een Vampier ten tonele voerde.  Sheridan Le Fanu, een Ierse schrijver van spookverhalen, was hem namelijk voor. In 1872 beschreef hij al een akelig bloedzuigend wezen, namelijk de mysterieuze Carmilla. Dat wilde ik natuurlijk graag meemaken en dus reisde ik al lezend af naar het verre Oostenrijk. Een mysterieuze logée Het verhaal speelt zich af, hoe kan het ook anders, in een oud, krakerig kasteel, ergens diep in duistere bossen verscholen. Daar woont Laura, een lieftallige deerne, die zich in alle eenzaamheid nogal te pletter verveelt. Groot is haar vreugde als zich, totaal onverwacht, een logée aandient in de vorm van de ravissante Carmilla. Het klikt meteen tussen de jongedames en ze borstelen einde

Tante zette haar tanden in Dracula!

Afbeelding
Ja, beste mensen, het is weer zover: Halloween! Een feest dat in de wijk waar ik woon behoorlijk uitbundig wordt gevierd. Waar mijn buurvrouwen zichzelf met graagte omtoveren in akelige toverkollen, bestaat mijn bijdrage vooral uit het inslaan van pakken snoep. Ik stel kleine griezels nu eenmaal niet graag teleur. Maar verder heb ik weinig met dit feest, al inspireerde het mij wel tot de lectuur van Bram Stoker's Dracula . Ik vroeg me namelijk af: heeft dit verhaal de tand des tijds doorstaan? (ja, flauwe woordspeling, ik weet het, maar ik kon het niet laten, sorry) En, was het de moeite, tante? Jazeker! Ik ben helemaal fan: wat een geweldig boek. Het bevatte enerzijds alles wat ik ervan verwachtte, zoals: duistere kastelen, grimmige kerkhoven en akelige bloedspatten. Huiveringwekkende scènes te over, bijvoorbeeld die waarin ondoden op akelige wijze een spies door hun hart krijgen geduwd (trouwens, tante, dat gaat niet op on-akelinge wijze: ook weer waar). Goed, het bevatte dus de

De panache van Lupin, of toch niet?

Afbeelding
Mijn kinderen geloofden zichzelf bijna niet. Want, een Franse serie bekijken, dat valt doorgaans ver buiten de comfortzone. Maar Lupin op Netflix bracht het voor elkaar. Ondanks alle lof van de jeugd heb ik de serie zelf nog niet bekeken, maar het maakte me wel nieuwsgierig naar de boeken waar men zich losjes op baseerde. Ik kende Lupin namelijk al een beetje uit de colleges kunstgeschiedenis. Daar bespraken we immers in detail de geschiedenis van Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck. De Dief, Arsène Goedertier, was een grote fan van zijn naamgenoot Arsène Lupin, de meesterdief die de ideale misdaad kon plegen. Zijn aanpak zou een inspiratiebron zijn voor de nog steeds onopgeloste diefstal op het paneel van de rechtvaardige rechters. Goedertier gebruikte zelfs zinnen uit de boeken van Lupin in zijn afpersingsbrieven.  Zo'n inspirerend heerschap, daar wil een eens meer van weten (dit mens althans) en omdat er onlangs een Nederlandse vertaling van Lupin verscheen, 318#1,  dook ik

Johanna van Gogh, en waarom een "vie romancée" niet tantes cup of tea is

Afbeelding
Laten we met het goede nieuws beginnen. Want zo ben ik nu eenmaal, mijn glas is altijd halfvol. En wat zit er dan deze week in dat glas? Een boeiend verhaal over hoe de schilderijen van Vincent van Gogh tot ons zijn gekomen. Want dat liep nu niet bepaald van een leien dakje. Vincents werk was namelijk wel erg intens voor de negentiende eeuwse smaak, en aanvankelijk raakte het werk van de "knotsgekke schilder" maar moeilijk verkocht. Zijn broer Theo bleef er echter in geloven en kocht heel wat schilderijen op. Na de dood van Theo was het diens vrouw, Johanna die is blijven ijveren voor erkenning. Zij was het die erin slaagde om Vincent op de kaart te zetten, en zonder haar had het Van Gogh museum niet bestaan. Dat zij het meer dan waard was om eens een boek aan te wijden, staat dus buiten kijf. Volkomen terecht en niets dan hulde. Maar dan nu het minder goede nieuws, want de " Vie Romancée " die Silke Rieman en Ben Verbong over haar maakten, verdient niet meteen het

Kan een boek zonder spanningsboog? - Cranford van Elizabeth Gaskell

Afbeelding
Iedere verteller weet: een goede spanningsboog is het halve werk. Of het nu een ontluikende idylle is, een queeste naar een mysterieuze schat, een who done it of een coming of age, wek nieuwsgierigheid op bij de lezers en het verhaal loopt als een trein. Zeker als je dan ook nog eens elk hoofdstuk laat eindigen op een cliffhanger van formaat. Als ik zelf verhalen ga vertellen is dat dan ook het eerste waar ik over nadenk: welke boog ga ik spannen om de luisteraars mee te lokken? Dat een goede schrijver echter helemaal geen spanningsboog nodig heeft, toon Elizabeth Gaskell aan met  Cranford  (1851). Een heerlijk boek over het leven in een popperig Brits dorpje, waar blijkbaar alleen dames op middelbare leeftijd wonen. Ze breien, ze drinken thee, ze houden elkaar in de gaten en ze hebben heel veel werk met het naleven van ongeschreven regeltjes.   Die regeltjes zijn trouwens vrij hilarisch. Zo is het bijvoorbeeld echt niet de bedoeling dat je laat merken krap bij kas te zijn. Ga je te vo

Onuitgelezen materiaal

Afbeelding
Mijn zoektocht naar tijdloze klassiekers gaat niet over rozen. Integendeel, mijn queeste kent een bochtig parcours. Want, waarde lezer, het is niet al goud dat er blinkt en het boekenbloggers bestaan heeft ook schaduwzijden. Daarom hierbij drie beroemde pennenvruchten die ik zuchtend ter zijde schoof. Ga er eens door en breng mij, waar nodig, op andere gedachten. Ik hoor graag van u! Het wassende water - H. De Man Toen ik nog geen thee lustte, lang, lang geleden dus, in de jaren '80, was het "wassende water" behoorlijk hip. Er was namelijk een serie van op TV, waar ik als klein wicht niet naar mocht kijken. Geen betere hefboom om ergens heel erg in geïnteresseerd te raken dan een verbod, en dus bleef deze titel in mijn achterhoofd rondzweven. Uiteraard bevond dit veronderstelde meesterwerk zich in vaders bibliotheek, dus vol verwachting dook ik erin. Aanvankelijk was het nog best grappig: dat ouderwetse Nederlands! Die verschrikkelijk bazige moeder! De koppigheid van de h