Veronderstellingen
De ochtendspits ten huize theetante. Typisch zo’n moment
waarop wij de automatische piloot opzetten. Ons creatief denkvermogen schiet
immers pas in actie na het nuttigen van één liter thee, en na het trotseren van
ochtendregen op de fiets naar het station.
We dwalen af: de ochtendspits: gloriemoment voor
treuzelaars! Hoogtepunt voor lanterfanterij! Piekuur voor gemopper en gezucht.
Voornamelijk ten aanzien van de dochter, die moeders trage start dubbel en
dwars heeft overgeërfd. “Opschieten!” brullen heeft geen enkele zin, maar toch
doen we het – telkens weer. Als de freule zich na herhaaldelijke vermaningen
nog niet op de trap heeft vertoond, stormt moeders ziedend de kamer in. Alwaar
de deerne zich pontificaal onder een deken verschuilt.
Subtiliteiten en morgenstond gaan niet samen, dus we
beginnen meteen brommend te roepen van “o, is het weer zo!” en luid zuchtend
kasten open te trekken op zoek naar proper ondergoed, frisse sokken en vers
gestreken T-shirts. Tot de dochter, met grote blauwe ogen van verbazing,
uitroept: “maar ik ben al hele maal klaar mama”! En inderdaad vrolijk gerokt en
belegginkt uit haar bedstede wipt!
Jumping into
conclusions, het is toch zo gemakkelijk. We denken toch zo snel dat we één,
twee, drie weten hoe de zaak in elkaar zit. Maar ondertussen laten we ons
redeloos meeslepen door veronderstellingen en vooroordelen. Het thema van een wederom
fantastische verhalenbundel van Annelies Verbeke (haar romans liggen me minder,
maar in korte vorm is ze echt onwaarschijnlijk goed)
Zoals we van Verbeke gewend zijn wemelt het in dit boek weer
van de vreemde personages. Mensen met “een serieuze hoek af”, zoals we hier in
Vlaanderen zeggen. Lieden met vreemde beroepen, een vrouw met een baard, een
acteur gespecialiseerd in lijk-liggen en zelfs een hond. Allemaal trekken ze
voorbarige conclusies op basis van veronderstellingen, of zijn ze zelf het slachtoffer van
heuse vooroordelen. Schrijnend, soms, grappig evenzeer.
Aanvankelijk lijk je te maken te hebben met allerlei losse
verhalen, maar gaandeweg ontdek je steeds meer verbindingen. Personages uit het
ene verhaal duiken in een ander verhaal op, en er zijn ook heel wat
inhoudelijke parallellen. Maar echt heel bijzonder vind ik hoe de auteur de
lezer ook met diens eigen vooroordelen confronteert: want we betrapten onszelf
er inderdaad op dat we weer te snel een conclusie hadden getrokken over een
personage of een situatie.
Een bundel prachtige maar ook bevreemdende verhalen, die je
toch een beetje leeg achterlaten. In de goede zin van het woord dan wel, maar
toch. Echt gelukkig zijn de mensen in dit boek niet en ik twijfel ook of ze dat
ooit zullen worden. Of is dat weer een veronderstelling?
Dat boek spreekt me erg aan als ik jouw tekst lees! Eentje om op de leeslijst te plaatsen, bedankt :-)
BeantwoordenVerwijderen