Kitsch in de keuken
Miep, miep! Ja, er sjeest wat rond op het aanrecht! Want de
kinderen krijgen al eens een cadeau. En omdat zoiets niet altijd educatief
verantwoord hoeft te zijn (of biologisch afbreekbaar) smokkelen zij met graagte
plastieken prullen de woonstede binnen. Waarna ze hun belangstelling snel
verliezen, zodat dit felkleurig grut verweest achterblijft op een vensterbank,
of plots in de wasmand opduikt. En dan adopteert moeder, de barmhartigheid
zelve, wel eens zo’n wezentje en geeft het een ereplaats. Want zeg nu zelf, van
deze roadrunner wordt een mens toch ook gewoon een beetje blij? (de kuif alleen
al!)
Kitsch is het natuurlijk ook. Net als de huilende
zigeunerjongens die bij dit woord onherroepelijk voor ons geestesoog
verschijnen. Of de smyrnatapijten van weleer. Een normaal, weldenkend en
fijnbesnaard individu laat geen roadrunner los op het aanrecht, zoveel is
duidelijk. Maar, vragen wij ons meteen vertwijfeld af, waar ligt eigenlijk de
grens? Aangezien TV-programma’s op de Nederlandse TV zich al decennialang
buigen over de vage grens tussen kunst en kitsch, besloten wij ons heil te
zoeken bij wikipedia.
“Kitsch is een mengeling van sentimentaliteit en gladheid,
soms door sensatiezucht versterkt”, lezen wij aldaar. Maar dan wordt het
complex, want er is ook “edelkitsch”: verfijnde en goed afgewerkte kitsch (o?) en überkitsch
(die dan weer zo kitchy is dat niemand het wil hebben, ook de bezitters van
zigeunertranensnoetjes niet). En ondertussen is kitsch natuurlijk ook weer een
geuzennaam, en is kitsch camp en dus weer in. ( Neen, beste lezers, de tijd der
zekerheden is al lang voorbij!)
Wel zeker is dat in het hele kitsch-gebeuren, diens
definiëring en invulling, de heer Milan Kundera een belangrijke rol heeft
gespeeld (opnieuw Wikipedia) en laten we nu net eens boek van hem gelezen
hebben, tsss toevallig!
De ondraaglijke lichtheid van het bestaan is natuurlijk een
klassieker, die we jaren geleden op school als verplicht nummer hebben
doorgenomen (hoe een keurige meisjesschool met uniform met de zeer expliciete
seks in het boek omging, weet ik niet meer, maar we moesten het lezen, want we
gingen op schoolreis naar Praag). Omdat we veel te jong waren om de lichtheid
(en de zwaarte) van dit boek te vatten, bleef er weinig hangen.
Maar twintig jaar later is dit een boek naar ons hart. Een prachtig
boek over leven onder de communisten in Tsjechië tijdens de jaren zeventig. Vol levenswijsheid over relaties, de rol van het toeval en verzet tegen een totalitair regime. En wat ons dus het meeste
raakte was de passage over kitsch. Door Kundera toegepast op de kitsch van de communistische
politiek. De optochten. De leuzen. De iconografie. Politici die met kinderen op
de foto gaan. Of met hond en al poseren onder de kerstboom. U ziet het vast
voor zich.
Kitsch volgens Kundera is nooit verrassend. Het bevat
namelijk datgene wat je met anderen deelt en wat dus voor hen herkenbaar is. Een
soort basisbeelden die anderen ontroeren. En waarbij geen sprake kan zijn van
twijfel, van vragen, van ironie of van individuele accenten. Lichtheid die de
zwaarte genadeloos verbergt.
Twijfel sloeg toe bij deze lezer: want is zo niet 70% van
alles wat op facebook verschijnt linea recta als kitsch te typeren? (optimistische
schatting). En is er wel aan te ontkomen? Kundera zegt begripvol dat we er niet
aan kunnen ontsnappen. En dat er heus wel eens een krop in de keel mag komen
bij het aanschouwen van de zoveelste snoezige boreling. Maar dat we ook moeten
oppassen om niet alleen dergelijke beelden te willen zien. Want ze maken het
leven ondraaglijk licht. Mmm, tot
nadenken stemmend!
We pikken er nu het kitsch stukje uit, maar er zijn nog tal
van boeiende lijnen in dit boek waar we ellenlang over door zouden kunnen
bloggen. Over het verschil tussen erotische vriendschappen en ware liefde
bijvoorbeeld (al hebben wij met de eerste categorie geen ervaring, dus die valt
af). Over de vraag of het leven nu juist heel licht, of heel zwaar is omdat je
het maar één keer leeft. En wat de vriendschap tussen mens en dier nu zo
speciaal maakt.
Heel mooi is ook de gedachte dat je tijdens je leven aan
doodgewone voorwerpen betekenislagen hecht die je later moeilijk kunt
uitleggen. Als je je geliefde jong ontmoet, kan je nog samen bouwen aan die
betekenissen, maar ontmoet je elkaar later, dan kan het zijn dat je elkaars “taal”
niet meer spreekt. Dat overkomt Sabina en Franz. Kundera schrijft hun “klein
woordenboek” waaruit blijkt dat zij er een radicaal andere betekenis toekennen aan zaken als een bolhoed, een kerkhof, een optocht of muziek. En zo is hun
relatie tot mislukken gedoemd.
Ook heel indrukwekkend is de vraag of men onwetend schuldig
is.”Wir haben es nich gewust”, weet u wel, blijkbaar ook een argument onder de
communisten. Het hoofdpersonage Tomas meent dat dit argument niemand van
verantwoordelijkheid kan ontslaan en verwijst daarbij naar Oedipus. Hij wist
niet dat hij zijn vader doodde en zijn moeder huwde. Maar toen hij daar
achterkwam voelde hij zich zo schuldig, dat hij zich de ogen uitstak.
Onwetendheid ontslaat niemand van schuld. En deze radicale opvatting kost Tomas
zijn baan en uiteindelijk ook zijn leven.
U snapt het al, we hebben spijt dat we volgende week niet
kunnen deelnemen aan de boekenclub. Waar dit boek op de agenda staat. Want je
kunt vast uren doorpraten over de opbouw en de verhaallijnen in dit boek.
Herlezen saai? Allesbehalve!
PS. Wie vreest dat we het pad der klassiekers nimmermeer
zullen verlaten: er gloort hoop! De volgende twee boeken zullen hedendaags
zijn. En Nederlandstalig.Dus geen paniek: alles komt goed (om te eindigen met een kitchy-uitdrukking!)
Reacties
Een reactie posten