Geschiedenis: meer dan fun!
Oftewel hoe Orwell in 1984 haarfijn aantoont waarom we ons
verleden moeten koesteren en moeten blijven doorgeven.
Roze bril even afgezet! |
Ondertussen hebben we menige retro-vleug over ons heen
gekregen. En hebben heel wat vrolijke erfgoedprojecten en meeslepende TV-series
het stof van het verleden al een beetje weggeblazen. Dat geschiedenis leuk kan
zijn, dat snappen al wat meer mensen. Maar naar het maatschappelijk nut van
jaren archiefwerk is het nog steeds een beetje zoeken. Want de dooddoener: “we
kunnen leren uit het verleden”, lijkt steeds minder op te gaan in een snel
veranderende wereld. En zo wordt het verleden vooral een plaats om naar te
ontsnappen. Even weg uit alle drukte.
Dus, mensen, beantwoord in crisistijd maar eens de vraag:
waarom moet de overheid geschiedenis, erfgoed, musea en archieven dan
ondersteunen. Geen sinecure. Maar deze week lazen we 1984 van George Orwell, en
vielen de puzzelstukjes op hun plaats.
Dystopie: een wereld waar je niet wil zijn
1984 schetst een somber beeld van een doorgedreven
totalitaire staat. Een intrigerend boek, veel meer dan het “Big brother is
watching you” waar men het vaak tot reduceert. Een beangstigende toekomstvisie,
waar menselijke vrijheid totaal verdwenen is. Waarin een soort internet met
teleschermen de levens van de mensen beheerst. En waar oorlogen kunstmatig in
stand gehouden worden om haatgevoelens te kanaliseren. Een wereld waar voor
emoties, kunst, schoonheid en liefde geen plaats is. De partij beslist wat
mensen moeten denken, horen, en lezen. En wie niet in de pas loopt, zal het
voelen. En hard ook.
Wie geschiedenis beheerst, beheerst de toekomst
Winston Smith, de hoofdpersoon, begint echter te twijfelen. Als
archivaris op het ministerie van de waarheid, ziet hij immers hoe de partij met
de geschiedenis omgaat. Dagelijks worden archieven vervalst, sporen uitgewist
en oude kranten herschreven. De partij heeft immers steeds gelijk en het
verhaal moet altijd kloppen. De
onfeilbaarheid van Grote Broer kan zo nooit worden betwist. En de centrale
boodschap is: de partij redde de mensheid van ellende, vroeger was het nog veel
erger!
Maar, was het verleden dan zo slecht, vraagt Winston zich
af. Zijn we echt beter af met Grote Broer? En zo gaat hij op zoek naar sporen uit het
verleden. Hij vindt voorwerpen uit een andere tijd wiens schoonheid hem
ontroert. En hij vraagt oude mensen naar hun herinneringen aan vroeger. Dat
spoor levert echter bitter weinig op, want zij blijken zich enkel snippers te herinneren
die ze niet tot een afgerond verhaal aan elkaar kunnen rijgen.
Zonder archieven en zonder geheugen, kan de partij de mensen
wijs maken wat ze wil. En dus beweren dat ze in de beste der mogelijke werelden
leven. Geschiedenis geeft mensen vergelijkingsmateriaal, om hun eigen positie
te kunnen bepalen en machthebbers op fouten te kunnen betrappen. Onontbeerlijk
dus in een democratie.
Zonder woorden, geen gedachten
Een andere strategie van de partij is het vereenvoudigen van
de taal. Alle nuances worden weggepoetst, overbodige woorden schrapt men. De
partij reduceert taal tot een communicatiemiddel, voor literatuur is geen
plaats. Heel slim bedacht van Grote Broer, want als er geen woorden meer zijn
om gedachten uit te drukken, zullen de gedachten zelf ook verdwijnen. En dus:
nog minder kans op tegenstand.
Nog steeds actueel
Niet echt een vrolijk boek dus. Gevoelige zielen: opgepast,
want de martelingen zijn niet voor de poes. Maar ondanks alle wreedheid en
beklemmendheid is het wel een boek dat je gelezen moet hebben. Omdat het zo
extreem is. En omdat het je doet nadenken over de impact van internet, van
politieke partijen en van internationale
krachten. En hoewel dit boek bijna 65 jaar geleden geschreven werd, heeft het
nog niets aan kracht ingeboet, integendeel. Een boek om depressief van te
worden, maar tegelijk één die je kracht geeft om waakzaam en oplettend te zijn.
Big brothers in spé: we are watching you!
Reacties
Een reactie posten