Lustige lezers en een Weense sigarenboer
Voila, de eerste bijeenkomst van de BZN in 2018 is achter de rug. BZN staat natuurlijk voor: "Boekenclub zonder naam". En die naamloze status frustreert ons in zekere mate, want in onze beleving hebben alle andere boekenclubs een naam om u tegen te zeggen. Wij dromen ondertussen van tassen en T-shirts, en daar moet dan natuurlijk een naam en een logo op. Al jaren bijten we daar onze tanden op stuk. Hét voornemen voor 2018 luidt dus: het kind een naam geven. Een olijkerd opperde al: "de lustige lezers", dat wordt het dus niet.
Nu vraag ik me af waarom we dat zo belangrijk vinden. Bestaan we pas als we een naam hebben? Opent taal dan nieuwe perspectieven? En zo kom ik naadloos uit bij waar het eigenlijk om begonnen was: de bespreking van een boek. In dit geval: de Weense sigarenboer.
Taal en werkelijkheid
Anno 1937 vervelde Wenen razendsnel van een kosmopolitische cultuurhoofdstad tot een extreem rechts provincienest. Op korte tijd gingen de bewoners zich ander gedragen, hun garderobe onderging een metamorfose en plots rolden andere woorden uit hun monden. De snelle evolutie bekijken we vanuit het raam van een kleine sigaren- annex krantenwinkel. Bij het binnenkomen (met klingelend belgeluid) tref je er de 17jarige Franz aan. Vers van het platteland bekijkt hij de vaste klanten met frisse blik. Tussendoor neemt hij op vraag van zijn baas de kranten minitieus door.
En in die winkel begint natuurlijk de evolutie. Bepaalde klanten blijven weg, sigaren worden minder verkocht en de kranten beginnen steeds meer op elkaar te lijken. In een mooie passage somt Seethaler de krantenkoppen op: allemaal eindigen ze op een uitroepteken. Allemaal zetten ze aan tot racisme en actie. Beangstigend. Voeg daar nog een conflict met de buurman-slager aan toe, het bezoek van de Gestapo en de passantenrol van Freud (die enkele straten verderop woont) en u begrijpt dat aan het einde van het boek niets meer is zoals het was in de kleine buurtwinkel.
Interessante thematiek, zo vonden wij. En toch wrong er iets. Heel verrassend is het allemaal niet. Het verglijden van de taal zagen we al veel beter geanalyseerd in de mooie dagboeken van Viktor Klemperer. En over Freud valt elders heel wat meer te ontdekken. Misschien is dit boek eerder bedoeld als eerste kennismaking met dat tijdvak? Zoals het ook voor Franz een eerste kennismaking was?
Beelden en losse draden
De BZN was het al snel eens: dit boek was wat ons betreft geen pareltje. Al zaten er wel heel wat mooie parels in. Prachtige beelden over droomblaadjes die mensen raken, over smoezelige cabaretzaaltjes, varkens in woonkamers, het verdriet van Freud als hij Wenen moet verlaten, en over hoe iemand de voorwerpen kan koesteren die een geliefde achterlaat. Franz kan ook prachtig vertellen over het platteland dat hij achter liet, over de kleuren van het meer en de koelte van het water.
Heel veel mooie passages dus, die echter met losse draden aan elkaar hangen, vonden wij. Een sterke rode draad is er niet. Een centraal conflict bij de hoofdpersoon ontbreekt. Of het moest the coming of age en het verdwijnen van de naïviteit zijn. Om het in winkeltermen te zeggen: het mocht wel een beetje meer zijn.
Kortom
Geen BZN kwaliteitsstempel, dit werkje. Er waren geen grote fans te bespeuren. Tegelijk was er ook niemand die het boek echt slecht vond. Het heeft ons in elk geval langer dan sommige andere boeken laten discussiëren en nadenken over heel veel dingen en dan vooral over de drie grote L's: het Leven, de Liefde en de Literatuur. En dat is tenslotte waar het in onze boekenclub om gaat.
Moest u nu een grandioos idee hebben voor een naam. Een bijzonder treffend stempel, een leutige leuze of een pittige pointe, deelt u dat dan even? Want een beetje naam willen we toch echt wel hebben. Dus kruip in de pen, duik in het toetsenbord en leen ons even uw inspiratie.
Hartelijk dank!
Nu vraag ik me af waarom we dat zo belangrijk vinden. Bestaan we pas als we een naam hebben? Opent taal dan nieuwe perspectieven? En zo kom ik naadloos uit bij waar het eigenlijk om begonnen was: de bespreking van een boek. In dit geval: de Weense sigarenboer.
Taal en werkelijkheid
Anno 1937 vervelde Wenen razendsnel van een kosmopolitische cultuurhoofdstad tot een extreem rechts provincienest. Op korte tijd gingen de bewoners zich ander gedragen, hun garderobe onderging een metamorfose en plots rolden andere woorden uit hun monden. De snelle evolutie bekijken we vanuit het raam van een kleine sigaren- annex krantenwinkel. Bij het binnenkomen (met klingelend belgeluid) tref je er de 17jarige Franz aan. Vers van het platteland bekijkt hij de vaste klanten met frisse blik. Tussendoor neemt hij op vraag van zijn baas de kranten minitieus door.
En in die winkel begint natuurlijk de evolutie. Bepaalde klanten blijven weg, sigaren worden minder verkocht en de kranten beginnen steeds meer op elkaar te lijken. In een mooie passage somt Seethaler de krantenkoppen op: allemaal eindigen ze op een uitroepteken. Allemaal zetten ze aan tot racisme en actie. Beangstigend. Voeg daar nog een conflict met de buurman-slager aan toe, het bezoek van de Gestapo en de passantenrol van Freud (die enkele straten verderop woont) en u begrijpt dat aan het einde van het boek niets meer is zoals het was in de kleine buurtwinkel.
Interessante thematiek, zo vonden wij. En toch wrong er iets. Heel verrassend is het allemaal niet. Het verglijden van de taal zagen we al veel beter geanalyseerd in de mooie dagboeken van Viktor Klemperer. En over Freud valt elders heel wat meer te ontdekken. Misschien is dit boek eerder bedoeld als eerste kennismaking met dat tijdvak? Zoals het ook voor Franz een eerste kennismaking was?
Beelden en losse draden
De BZN was het al snel eens: dit boek was wat ons betreft geen pareltje. Al zaten er wel heel wat mooie parels in. Prachtige beelden over droomblaadjes die mensen raken, over smoezelige cabaretzaaltjes, varkens in woonkamers, het verdriet van Freud als hij Wenen moet verlaten, en over hoe iemand de voorwerpen kan koesteren die een geliefde achterlaat. Franz kan ook prachtig vertellen over het platteland dat hij achter liet, over de kleuren van het meer en de koelte van het water.
Heel veel mooie passages dus, die echter met losse draden aan elkaar hangen, vonden wij. Een sterke rode draad is er niet. Een centraal conflict bij de hoofdpersoon ontbreekt. Of het moest the coming of age en het verdwijnen van de naïviteit zijn. Om het in winkeltermen te zeggen: het mocht wel een beetje meer zijn.
Kortom
Geen BZN kwaliteitsstempel, dit werkje. Er waren geen grote fans te bespeuren. Tegelijk was er ook niemand die het boek echt slecht vond. Het heeft ons in elk geval langer dan sommige andere boeken laten discussiëren en nadenken over heel veel dingen en dan vooral over de drie grote L's: het Leven, de Liefde en de Literatuur. En dat is tenslotte waar het in onze boekenclub om gaat.
Moest u nu een grandioos idee hebben voor een naam. Een bijzonder treffend stempel, een leutige leuze of een pittige pointe, deelt u dat dan even? Want een beetje naam willen we toch echt wel hebben. Dus kruip in de pen, duik in het toetsenbord en leen ons even uw inspiratie.
Hartelijk dank!
"De Theetantes" natuurlijk. Wat anders? ;-)
BeantwoordenVerwijderen