Begging to be black -Antjie Krog
Eén van onze leesclubleden verblijft een jaartje in
Zuid-Afrika. Wij leven natuurlijk geweldig mee, en besloten dan ook collectief
om een boek over dat verre land te lezen.
Het werd “Begging to be black” van
Antjie Krog. Geen eenvoudige kost, want het relaas van een heuse existentiële
crisis van een blanke vrouw na de apartheid. Filosofische bespiegelingen,
antropologische observaties en flink wat vragen en twijfels zorgen ervoor dat
je dit boek met volle aandacht lezen moet.
Leesclubvragen bedenken was dan ook geen sinecure. Daarom besloot ik geen vragen in de groep te gooien, maar wel
stellingen. (over de methode vertel ik in een volgend bericht!)
Stelling 1: Antjie is
gebruikt door haar ANC- kameraden
Het boek begint met een misdrijf. Zonder één moment te
twijfelen helpt Antjie Krog haar kameraden ontsnappen. Later blijkt dat zij een
moord hebben gepleegd. En het wapen op de stoep bij Antjie hebben verstopt.
Omdat zij toch minder snel in de problemen zou komen? Of om haar een loer te
draaien?
De leesclub was het hierover redelijk eens: Antjie was
bedrogen en we konden ons haar existentiële crisis goed voorstellen. Was dit nu
haar beloning om jarenlang voor het ANC te strijden? Of, zat het anders? Was
dit – uiteindelijk – toch ook geen politieke moord? Zijn alle moorden in
Zuid-Afrika dat niet tot op zekere hoogte? En is het dus eerder een teken van
vertrouwen dat men haar hierin betrok? Hoe dan ook, Antjie ontliep een straf,
terwijl enkele jaren later een zwarte collega van haar, voor ongeveer hetzelfde,
jarenlang de cel in vloog. Iets waar de schrijfster het duidelijk heel moeilijk
mee heeft.
Stelling 2: Wij zijn
tegen moord omdat we ons dat kunnen veroorloven
Dit is een letterlijke zin uit het boek. De schrijfster komt immers
tot de conclusie dat het voor haar als blanke, relatief welgestelde vrouw nogal
gemakkelijk is om tegen moord te zijn. Zij is immers niet in het nauw gedrongen
om zich te verdedigen. En bovendien kan ze makkelijk een beroep doen op de
politie om haar bij een conflict te helpen. Dat is voor heel wat Zuid-Afrikanen
helemaal anders.
Tegelijk geeft ze ook aan dat politieke moorden soms wel
verdedigbaar waren, doden kan een goede zaak dienen. De grens tussen goed en
kwaad kan dus verschoven worden. Maar tot welke hoogte?
Hierop ontspon zich een
zware discussie in de leesclub: is “niet doden” uiteindelijk geen universeel
gebod? Dat kan toch nooit gerechtvaardigd zijn? Een mensenleven is daarvoor
toch veel te kostbaar?
Het is juist dat universele dat Krog in dit boek in vraag
stelt. Door glashelder aan te geven dat het Westerse denken aanzienlijk
verschilt van het Afrikaanse denken. Daar is een daad niet in se goed of
slecht, maar hangt het af van de relatie tot de gemeenschap. Iets wat de
gemeenschap dient, is goed. En dat is dus een fundamenteel andere manier van
denken dan de Christelijke individuele ethiek. En wat bleek, de volgende
stelling sloot daar naadloos bij aan…
Stelling drie: goede
bedoelingen leiden tot goed handelen
Ja, zei bijna iedereen, dat kan niet anders. Ondergetekende
was tegendraads en stemde tegen. Antjie verweeft de geschiedenis van Lesotho met
haar eigen verhaal, en vertelt hoe daar de eerste blanke missionarissen
arriveerden. Vol goede bedoelingen, maar ook met onvoldoende oog voor de
schoonheid van de Afrikaanse filosofie. Ik zeg niet dat ze echt kwaad hebben
gedaan, maar na het lezen van dit boek kan ik me toch niet van de indruk
ontdoen dat het opdringen van Westerse denkkaders niet zo’n goede zaak was. Het
liet vele zwarten uiteindelijk vertwijfeld achter, want de nieuwe leer was
moeilijk te verzoenen met hun eigen holistische visie over band tussen mens en
natuur.
En ook de hele ANC-geschiedenis van verzet en oproer toont
aan dat in naam van het goede toch ook excessen hebben plaats gevonden. Alleen
al omdat goed en kwaad naar Afrikaanse normen iets anders liggen (zie hoger). Dus
helaas, helaas, goede bedoelingen leiden niet altijd tot een goed resultaat.
Stelling 4: Wij
blanken kunnen nooit weten wat het is om zwart te zijn
Dat is eigenlijk het belangrijkste punt in dit boek. Krog smeekt om zwart te mogen zijn, maar beseft tegelijkertijd dat dat nooit
helemaal zou kunnen. De illustratie op de voorkant is wat dat betreft zeer
treffend. De verbondenheid van Afrikanen met hun gemeenschap is bijzonder groot
en overstijgt individuele belangen. Westerlingen denken radicaal anders en het
is onmogelijk om je hersenen zo te herprogrammeren. Antjie doet wel heel veel
moeite, en komt tot een beter begrip. Maar echt voelen hoe je organisch
verbonden bent met alles wat je omgeeft, kan ze niet. Tot haar grote spijt.
Wij vonden dat interessant omdat het ons confronteert met de
grenzen van ons eigen denken. Er zijn nu eenmaal alternatieve logica’s waar we
moeilijk kunnen inkomen. Dat moeten we respecteren, vonden we, maar er is ook
een grens, vonden wij. De mensenrechten zouden bijvoorbeeld zo’n grens kunnen zijn, opperde
iemand. Maar juist die mensenrechten zijn een Westers concept, meende iemand
anders. Een filosofisch dilemma om u tegen te zeggen, en waar we op een knus
leesavondje niet zijn uitgekomen. Dan maar door naar de laatste stelling.
Stelling 5: De
waarheidscommissie was de enig mogelijke oplossing voor Zuid-Afrika
Verdeelde stemming. Misschien ook omdat de achtergronden van
deze commissie niet heel erg goed worden uitgelegd in dit boek. Wat Antjie Krog
daarentegen wel grondig aanpakt is de vergelijking tussen Zuid-Afrika en
Duitsland, waar ze een jaar verblijft. Beide landen staan immers voor dezelfde
uitdaging: verder leven na een raciaal conflict. Hoe kan mens als land dit
trauma verwerken? Duitsland koos voor de juridische weg, de processen van
Neurenberg. Daarnaast schakelde men kunst in als een sterk symbolisch middel om
de wandaden uit het verleden aanwezig te houden en mensen op een zachte manier
te blijven confronteren met de holocaust.
In Zuid-Afrika kozen Mandela en Tutu radicaal voor
verzoening. Een relationele oplossing die dader en slachtoffer opnieuw met
elkaar wilde verbinden. In ruil voor een volledige schuldbekentenis werd
vergeving geschonken. Zo vermeed men de misdaden uit het verleden onder de mat
te vegen, en anderzijds kon men ook voorkomen dat er een nieuwe genocide zou
uitbarsten. Bisschop Tutu legt het op onnavolgbare wijze uit in dit filmpje dat
we met de leesclub hebben bekeken. Bekijk het ook eens en let dan niet alleen
op de inhoud, maar ook op de wijze waarop: wat een geweldig charismatische
redenaar is hij: we waren helemaal weg van hem. En uiteindelijk zijn we het ook
met hem eens: de waarheidscommissie was de enig mogelijke weg.
Slotsom:
We vonden dit een moeilijk maar heel interessant boek. De
zinnetjes Afrikaans die hier en daar opdoken waren welkom om ons te laten
doorlezen. Van de zwaar filosofische gesprekken die er ook in staan hebben we
niet alles begrepen. Het is een boek met veel nuance, veel twijfels en veel
vragen dat je echt aan het denken zet. Een boekbespreking als deze is te kort
om recht te doen aan alle boeiende gedachten die in de tekst verweven zijn:
zelf lezen dus!
Tot slot maken we ons toch ook een beetje zorgen over onze
vriendin zover weg, want bijzonder veilig leek ons de situatie nu ook weer
niet. We hopen dan ook dat ze het goed maakt en ons, bij gelegenheid, eens
vertelt hoe zij dit boek heeft ervaren. Want het is makkelijk praten vanuit je
luie leesstoel, dagelijks geconfronteerd worden met dilemma’s uit onze
stellingen, dat is andere koek!
Ik zag je tip bij Anna's Leesreis voor dit boek, lijkt me erg de moeite waard dus die komt op de lijst. Ik heb haar bundel "Kleur komt nooit alleen" in de kast staan en daar was ik al zwaar van onder de indruk
BeantwoordenVerwijderenIk zag je tip bij Anna's Leesreis voor dit boek, lijkt me erg de moeite waard dus die komt op de lijst. Ik heb haar bundel "Kleur komt nooit alleen" in de kast staan en daar was ik al zwaar van onder de indruk
BeantwoordenVerwijderen