A room of one’s own: de lof der ledigheid
Op een blauwe maandag volgde ik eens een cursus economie (inleiding tot de). Buiten de wet van vraag en aanbod, is er niet veel blijven hangen, vrees ik. Maar het begrip “schaarste” bleek een voltreffer. Wat zeldzaam is, is gewild. Al is het maar als statussymbool. En dus is het altijd een slimme zet om schaarste te creëren.
In deze overvloedige tijden lijkt er amper schaarste te
bestaan. Toch is er één ding dat steeds moeilijker te vinden is, en dat is:
leegte. Het is gewoon een kwestie van tijd voordat mensen tegen elkander gaan
pochen dat ze zoveel tijd hebben, in plaats van dat “druk, druk, druk” de leuze
is. Je ziet de eerste tekenen al opdoemen. Verveling is door Joke Hermsen en
anderen al verheven tot dé kiem van de creativiteit. Gedwongen tot nietsdoen komt
een mens al eens op een goed idee. Serendipiteit, jawel.
Een overvloed aan impulsen en prikkels laat mensen dromen
van luieren, rondhangen en vervelen. En zo komt ook het eens zo verfoeide “ledigheid”
(des duivels oorkussen, weet u wel) opnieuw in het vizier. Het allerbeste
pleidooi voor die ledigheid werd meer dan 80 jaar geleden op papier gezet door
Virginia Woolf met “A room of one’s own”.
Aanleiding was de vraag waarom vrouwen anno 1928 zo weinig
actief waren als schrijver of columnist. De gangbare opinie was dat dames nu
eenmaal minderwaardig waren en niet genoeg boeiende gedachten hadden om
bladzijden mee te vullen. Een grove miskenning, maar op dat moment blijkbaar
nog steeds bon ton.
Virginia laat het daar niet bij zitten en graaft dieper.
Waarom produceren vrouwen minder tekst? Omdat ze er geen kans toe krijgen. Vrouwen
hebben zelden een half uur helemaal voor zichzelf. Want er is altijd wel een
kind, echtgenoot of dringende afwas die voor afleiding zorgt. Wat zij nodig hebben is
een eigen kamer (met een deur en een slot) en vooral ledigheid (idleness).
Die ledigheid is niet gelijk aan de vandaag zo bejubelde “verveling”;
geen lamlendig gelummel bij Woolf. Wel staat het voor mentale ruimte om
ongestoord door te denken. Om te mijmeren en te redeneren. Om het eigen leven
van een afstand te bekijken en scherper te kunnen zien. Ledigheid in de ware
betekenis van het woord is “leegte” oftewel gebrek aan afleiding. En Woolf
verbindt het met begrippen als “contemplatie” en “reflectie”.
Om dit te kunnen doen heeft men tijd en ruimte nodig. En bovenal
de mogelijkheid om zich even terug te trekken uit de drukte. Op een lange
wandeling bijvoorbeeld, of in een stille kamer met de deur op slot. En dat
niet-bereikbaar zijn vraagt heel wat zelfdiscipline, vandaag misschien meer dan
ooit. Afzetten dus die telefoon, weg van het internet, uit die radio! Gedachtenstromen
bereiken pas diepgang als ze niet worden afgeleid.
Gun uzelf dus wat meer ledigheid. En gebruik die niet om in
een hangmat naar de zonsondergang te staren, of om u stierlijk te vervelen, maar
wel om diep in een tekst te duiken. Wat
met “a room of one’s own” een waar
genot is. Want al is dit een tekst uit een andere tijd, Virginia’s betoog is glashelder,
snedig en scherp: het sprankelt van de eerste tot de laatste pagina.
Woolf neemt de tijd om haar mening langzaam te vormen, met
omwegen, meanderend en mijmerend. En wij wandelen met haar mee, langs kleine
riviertjes en door de drukke stad. We zijn erbij als ze in de British Library
op haar boeken moet wachten en tekeningetjes in haar notaboekje maakt, of als
ze een lunch bestelt in een klein Londons etablissement. We horen haar in
zichzelf mompelen, steeds weer nieuwe vragen opwerpen, niet te snel tevreden
met het resultaat. We kijken ademloos over haar schouder mee als ze aarzelend
de eerste woorden op papier zet.
En geweldige leeservaring, die ons meeneemt in haar stream of consciousness, en die naast een
eerlijke zoektocht en ruime twijfel, rake dingen bevat over de specifieke rol
van de vrouw, over de angst van de mannen en over het ook toen al gejaagde
leven in de stad.
Een boek om regelmatig te herlezen. Een pamflet. Een
inspiratiebron.
Ik roep bij deze 2014 uit tot het jaar van de ledigheid:
niet van verveling, en luilakkerij, wel van reflectie en mijmering. De eerste
stap die ik zet? Ervoor zorgen dat ik niet meer altijd en overal mijn
werkmailtjes kan bekijken. Daarnaast ga ik lange wandelingen maken. En die
eigen kamer met dat slot: die volgt hopelijk ook nog een keertje!
Een mooi streven Theetante! Ik hoop dat je het kunt volhouden. Ik ben momenteel aan het lezen in Sarah Bakewell: Hoe te leven. Dat past wel naadloos in jouw voornemens en ik kan het je dan ook van harte aanbevelen. Het gaat over het leven van Montaigne en zijn essays (en die was op zijn beurt weer het grote voorbeeld voor...Virginia Woolf).
BeantwoordenVerwijderenIk sluit me graag bij Joke aan. Ik heb dat boek van Sarah Bakewell ook gelezen en hier besproken. Ik kan het iedereen van harte aanbevelen.
VerwijderenVerder mijn complimenten voor alweer een prachtige blogpost.
Dag Joke en Anna. Dat boek van Bakewell stond al op mijn lijstje en ik ga er dus zeker eens werk van maken. Rust inboeken in de agenda om dat eens grondig door te nemen! Vele groeten, en voor jullie een fijn en leesrijk 2014
BeantwoordenVerwijderenwat een fijne bespreking! grappig wel, ik schreef er ook ooit iets over (hier) en mijn blog gaat over andere dingen: zo'n kort boekje brengt zo veel in beweging.. aanbeveling, overigens: Woolfs essay over Montaigne. dit naar aanleiding van bovenstaande reacties..
BeantwoordenVerwijderenInderdaad Kim, ik pikte hier nu de ledigheid uit, maar evengoed gaat dit boekje over de rol van de vrouw en haar miskenning, eeuwen lang. Wat mij betreft een boek dat elke vrouw zou moeten lezen!
VerwijderenOh, ik wil dit jaar een aantal Woolfs lezen en deze komt zeker op de lijst. Dank voor de bespreking, altijd mooi!
BeantwoordenVerwijderenGroetjes,
Dank je wel Bettina. Dit is echt een pareltje van een boek, om langzaam en met veel genoegen te lezen. Je wordt er alleen een beetje opstandig van!
Verwijderen