Pelgrimeren naar Compostella – Jean-Christophe Rufin
Soms wil ik er even de stekker uittrekken.
Niet uit het leven, maar wel uit telefoon en mailbox. Dan neem ik me voor mijn
wandelschoenen vast te knopen, de deur achter me dicht te trekken en langzaam
te verdwijnen in een nevelige horizon. Maar op de drempel van die idylle grijpt
de realiteit (en vooral de verantwoordelijkheidszin) mij bij de kraag. En dus
blijf ik thuis, met in plaats van praktische wandelschoenen kleurrijke
pantoffels aan mijn voeten. Reizen doe ik dan mentaal, in boeken. En dus pelgrimeerde ik de
voorbije week vanuit mijn luie zetel helemaal naar Santiago de Compostella.
Doorbijter van dienst is de
Franse schrijver Jean-Christophe Rufin. Enkele jaren geleden vertrok hij op
bedevaart. Niet uit religieuze ijver, maar uit pure nieuwsgierigheid. En ook
een beetje om aan de drukte te ontsnappen. Zijn boek vormt de eerlijke neerslag
van zijn reis, een tocht met ontroerende hoogtepunten, maar ook met ronduit
saaie wandelpaden en vervelende medereizigers.
Inderdaad, het ideaalbeeld van een
louterende, levensveranderende pelgrimage blijft niet volledig overeind in dit
boek. Grote stukken van de reis zijn ontluisterend in hun banaliteit, of juist
in hun toeristische exploitatie. Hoe dichter men Compostella nadert, hoe meer
de tocht verzandt in een commercieel circus.
De loutering zit in het wandelen en
niet in de bestemming, zoveel is duidelijk. En Rufin beschrijft haarscherp hoe
hij verschillende fases doorworstelt. Zo duurt het toch een week of twee voor
zijn plannenmakende geest is stilgevallen. Tijdens zijn bezoek aan oeroude
kloosters maakt hij vervolgens een soort van christelijk-religieuze fase door.
Om zich uiteindelijk te realiseren dat deze pelgrimstocht eerder een soort
Boeddhistische staat veroorzaakt en een mens bevrijdt van gedachten, ijdelheid
en materialisme. (al geeft hij ook meteen toe dat pelgrims constant moeten
strijden tegen een ander soort van ijdelheid, een soort trots op de eenvoud
“die haast een zonde van hoogmoed wordt”)
Na thuiskomt werkt het effect van
de camino nog enkele weken door, om dan weer op te lossen in de bruisende
drukte van de grootstad Parijs. Eén aspect bleef echter het langste hangen: “de
filosofie van de mochila”. Of te wel: de wijsheid van de rugzak. Op lange
tochten mag de rugzak niet te zwaar wegen, en dus neemt de pelgrim onderweg
steeds meer afscheid van materiële lasten. Veel spullen die we meezeulen hebben
immers enkel als functie angsten te bezweren. Die vrees in de ogen kijken en
die ballast van je afwerpen paste Rufin later ook toe op zijn dagelijks
bestaan. Projecten, verplichtingen en objecten die eerder een last waren dan
een vreugde, voerde hij genadeloos af. Zo werd de rugzak van zijn leven lichter
en zijn bestaan rustiger.
Met de bovenstaande paragraaf maak
ik van Rufin een soort zweverige goeroe, terwijl hij dat allerminst is. Hij
blijft vooral erg nuchter bij de hele caminohysterie. Dat realisme zat mij af
en toe behoorlijk in de weg. Alsof de pelgrimage constant door een niets verhullend,
koel Led-licht werd beschenen, terwijl ik eerder een warme schemerlamp had
verwacht.
En dat is ook de reden waarom ik
uiteindelijk concludeer dat dit boek niet helemaal waarmaakte waarop ik,
pantoffelwandelaar, hoopte. Deze romantische ziel had in haar luie zetel graag
iets meer weggedroomd en iets meer gemijmerd. Want de kans dat ik ooit echt mijn
wandelschoenen aantrek voor een reis naar Compostella is met dit boek toch een
beetje kleiner geworden.
Mooi om te lezen, ik denk idd dat de pelgrimage nu heel vaak heel druk is geworden, want Santiago de Compostella is bijna 'in de mode'. Wel mooi hoe het idee van de rugzak toch doorwerkt, ook bij zo'n nuchter zakelijk type.
BeantwoordenVerwijderenMisschien dat de film The way, met Martin Sheen je een beter gevoel geeft, want dat gaat ook over Santiago, maar dan wel heel mooi.
Groetjes,